Ieder jaar tijdens de warmere en drogere zomerperiodes ontwikkelen zich bladluizen in met name Hollandse lindes en beukenbomen. Op de meeste plaatsen, waar de bomen in het gras of in ruime plantvakken staan, geeft dit geen overlast. Waar wel veel overlast ontstaat, bestrijdt de gemeente de luis op biologische wijze.

Luizen geven een plakkerige substantie af die honingdauw wordt genoemd. Op plaatsen waar bomen dichtbij of in de verharding staan en waar in voorgaande jaren veel overlast is geweest, worden de luizen bestreden met het tweestippige lieveheersbeestje.

Dit soort lieveheersbeestjes is de natuurlijke bestrijder van de luis en worden als larve uitgezet in de bomen. Hier eten zij de luizen op. De locaties waar op deze biologische manier bestreden wordt, zijn: Oude Schans, Nieuwe Schans, Hoekstraat en Havenstraat.

De Nationale Bomenbank, een specialistisch bomenbedrijf, hangt de larvenzakjes hoog in de bomen. Dit gebeurt in twee rondes. De eerste ronde valt in de periode mei/juni en de tweede ronde in de periode juli/augustus.