
Consumenten betaalden in juni 2022 gemiddeld ruim elf procent meer voor voedingsmiddelen dan een jaar eerder. De prijsstijging van voedingsmiddelen was daarmee hoger dan de algemene prijsstijging van goederen en diensten van 8,6 procent. Dit meldt het CBS op basis van een nadere analyse van de consumentenprijsindex.
Het komt niet vaak voor dat de prijzen van voedingsmiddelen zo sterk stijgen. De laatste keer dat de prijzen over een heel jaar gemiddeld met meer dan tien procent stegen was in 1976. In 2001 was de prijsstijging eveneens hoog, maar wel iets lager dan in juni 2022. Geen enkele categorie voedingsmiddelen daalde in juni 2022 in prijs.
Vlees en vis spanden de kroon met een prijsstijging van ruim vijftien procent. Een stukje vlees op het bord kostte in juni 2022 ruim zestien procent meer dan een jaar eerder. Vis steeg tien procent in prijs. Een gemiddelde consument geeft ruim vijf keer zoveel uit aan vlees als aan vis.
Zuivelproducten werden eveneens duurder. Met ruim veertien procent was de prijsstijging de hoogste na augustus 2008. Van de zuivel steeg boter het sterkst in prijs. Die prijsstijging is in lijn met die van andere oliën en vetten, zoals margarine en olijfolie.
Een gemiddelde consument besteedt gemiddeld circa elf procent van zijn uitgaven aan voeding, in totaal bijna 45 miljard euro in 2021. Hiervan gaat een kwart naar vlees en vis. Van alle voedingsmiddelen werd gemiddeld 23 procent aan groente en fruit uitgegeven. Een gemiddelde consument besteedt 21 procent aan brood en graanproducten. De uitgaven aan zuivel zijn goed voor veertien procent van de totale uitgaven aan voedingsmiddelen.